Diervriendelijke tuin

Vogels

Deze staat met stip op nummer 1 als het aankomt op gewenste gasten in de tuin: vrolijk kwetterende vogels. Niet alleen ontzettend gezellig om te zien, maar ook niets prettiger dan ’s ochtends wakker te worden met het gezang van je persoonlijke vogelkoor!

Vogels zijn op zoek naar twee zaken: voedsel en bescherming. Daar kun je ze beiden in tegemoetkomen, zodat je je gegarandeerd bent van hun eeuwige vriendschap.

Met name in de winter stellen ze extra voeding zeer op prijs. Door de harde grond, regen, en eventuele sneeuw, kunnen ze niet meer zoveel zaadjes vinden als dat ze willen. Daarom kun je ze van december tot april verwennen met vetrijke producten, zoals vetbollen, pindaslingers, pindakaas en stukjes kokosnoot. Leuk is om een speciale voedertafel in te richten, waar ze al deze lekkernijen kunnen vinden!

Ook in de rest van het jaar vinden ze het fijn om gevoerd te worden. Als ze eenmaal weten dat er eten te vinden is, zullen ze dan ook gemakkelijk de weg terug weten te vinden naar je huis! Sla bijvoorbeeld eens je tafellaken uit in de tuin. Deze kleine kruimels zullen ze al geweldig vinden. Houd er hier echter wel rekening mee dat je ook ongewild andere gasten in de tuin kunt krijgen, die wellicht minder welkom zijn – zoals muizen.

Als je ook nog eens een beschutte, fijne plek voor de vogels inricht, krijg je ze echt niet meer weg. Denk daarbij aan een nestkastje in de tuin, maar ook een dikke, dichtbegroeide heg kan al een plekje zijn waar ze graag hun nestje in maken.

Insecten

Niet iedereen is een fan van deze kleine kruipertjes, maar geloof ons – het is echt een voordeel om ze in de tuin te hebben! Insecten zijn de bron van het leven in je tuin. Zo houden slakken en mieren je tuin schoon, door afval en takjes op te ruimen. Bijen en hommels helpen je bij het gezond houden van je planten én bij de voortplanting hiervan, door het verspreiden van stuifmeel. En al die kleine torretjes zijn een heerlijke maaltijd voor de andere dieren in je tuin.

En wat dacht je van het prachtige aanzicht van de elegante vlinders? Al deze insecten kun je op verschillende manieren naar je tuin lokken. De meest succesvolle hiervan zijn:

• Het planten van nectarplanten, de voedingsbron voor veel insecten, waaronder vlinders. Goede keuzes zijn hemelsleutel, lavendel, wilde marjolein of verbena.
• Aanleggen van nestgelegenheden. Dit kan ook nog heel erg interessant zijn om te bekijken! Zo zijn er nestblokken voor bijen of speciale kasjes voor hommels en oorwormen. Gegarandeerd succes!
• Dood hout laten liggen. Veel van ons zijn al snel geneigd om ons tuinafval weg te gooien. Doe het niet! Allerlei insecten zijn maar wat blij met een stapeltje dode takken of houtblokken. En niet alleen insecten, trouwens, maar ook salamanders en egels worden er erg blij van.
• Vijver aanleggen. Een vijver is letterlijk de bron van leven, zeker als je genoeg ruimte inbouwt voor een wat drassige oeverzone.

Amfibiën

Over vijvers gesproken: een andere populaire gast in de tuin zijn kikkers, padden, salamanders en andere amfibieën. Deze komen af op een vijver die zij als een prettige woonplaats ervaren; en zullen je vanaf hun aankomst geen moment vervelen. Vooral zodra ze hun eitjes leggen, kun je je eindeloos verbazen over het gekrioel in de vijver en de magie van kikkerdril.

Om amfibieën naar je tuin te krijgen, kun je ook enkele dingen doen:

• Doe geen vissen in je vijver. Deze zijn namelijk dol op de eitjes en larven van de amfibieën. Maak het je gasten ook makkelijk: maak de randen van de vijver niet te steil, of leg er aanloopplanken in, zodat ze makkelijk het water kunnen bereiken.
• Leg een vijver aan in een onregelmatige vorm. De meeste moerasplanten gedijen hier beter bij, waardoor de vijver natuurlijker wordt. Daar voelen ze zich het meeste thuis! En hoe groter, hoe beter: zo creëer je meer ruimte voor allerlei verschillende soorten amfibieën, die zo elk hun eigen plekje kunnen vinden.
• Ook moet de vijver diep genoeg zijn, aangezien de meeste amfibieën er in de winter in overwinteren. En een ondiepe vijver bevriest sneller in zijn geheel. Een diepte tussen 100 en 120 cm is goed, al is het voor een grote vijver beter om wat dieper te gaan, tot zo’n 160 cm. Houd aan de zijkant wel een stukje ondiep: daar kunnen je kwakende vriendjes lekker zonnen.
• Amfibieën zijn gek op onderwatervegetatie. Daar leggen ze hun eitjes, voeden ze zich aan tijdens de winter, en schuilen ze in.

Zoogdieren

De laatste groep dieren is niet altijd gewenst. Het gaat hierbij om de zoogdieren: grotere dieren, die ook tot overlast kunnen leiden. Egeltjes, marters, vleermuizen, eekhoorns, noem het maar op. Het kan ontzettend gezellig zijn, maar denk er eerst goed over na of je deze dieren inderdaad in je tuin wilt.

Als het antwoord daarop ‘JA’ is, doe je er het beste aan om je tuin zo diervriendelijk mogelijk in te richten. Denk daarbij aan voldoende schuil- en slaapplaatsen, bijvoorbeeld onder hopen tuinafval of hout; en aan het aanleggen van voedingsbronnen, zoals bepaalde fruit- en groentesoorten waar ze graag aan knabbelen. Leg een drinkplaats aan, zoals een ondiepe vijver; en gebruik geen chemicaliën in je tuin.

En tenslotte: wees altijd voorzichtig als je in de tuin werkt, je weet nooit wat er achter een boom of onder een struik schuil kan gaan!